dinsdag 7 juli 2020

Marinaleda, 40 jaar socialistische dorpsgeschiedenis.


Het sportcomplex in Marinaleda in 2019. Foto > Piet den Blanken

In het zuiden van Spanje in de provincie Sevilla en in de regio Andalusië ligt de kleine dorpsgemeente Marianaleda, waar in 1979 een geschiedenisleraar tot burgemeester werd gekozen. Deze Juan Manuel Sanchez Gordillo, was een bevlogen idealist en liet zich inspireren door marxistische activist Che Guevara.
In mei 2019 is hij voor de 11e keer herkozen, maar nu met een kleine meerderheid. De keren daarvoor was het steeds met een overgrote meerderheid. De bevolking eert de bevlogen burgervader, die samen met zijn partij Verenigd Links zoveel voorspoed heeft gebracht.  

Burgemeester Juan Manuel Sánchez Gordillo in het gemeentehuis van Marinaleda. Foto > Piet den Blanken

Hij probeerde het 25 km2 grote dorp met ruim 2000 inwoners geleidelijk om te vormen tot een sociale, gelukkige en welvarende gemeenschap en heeft deze utopie langzaam werkelijkheid zien worden. Dat ging niet zonder slag en stoot en vereiste veel geduld en volharding.

De eerste daad van de nieuwe burgemeester was het om zijn vergoeding voor het burgemeesterschap terug te storten in de gemeentekas en alleen te leven van zijn leraar salaris.  Hij bepaalde dat iedereen die werkte bij de gemeente hetzelfde salaris kreeg van zo’n 1200 Euro/maand. 

Hij voerde vanaf het begin een directe plaatselijke democratie in door veel dorpsvergaderingen te houden, waar allerlei besluiten werden genomen die de bevolking direct betroffen. Bijvoorbeeld over inrichting van een wijk, het dorpspark, de straten en infrastructuur van het dorp.  Deze bijeenkomsten vinden wel 100 keer per jaar plaats. Daar wordt men eerst geïnformeerd en worden er later besluiten genomen.
Ook zette hij de toon door naamborden van straten en pleinen te veranderen.  Nieuwe namen werden Allende, Guevara, Castro maar bijvoorbeeld geen Franco meer. Het revolutionaire elan mag duidelijk zijn.

Het is daarbij belangrijk te bedenken dat in vroegere tijden het dorp arm was en dat er veel werkeloosheid was. De meeste arbeid bestond uit dagloonwerkers, die een klein deel van het jaar hielpen bij het plukken van de druiven, het verzamelen van de olijven en soms als bouwvakkers of in de horeca te werk waren gesteld in de toeristische kustgebieden.  De rest van het jaar was er niets dan armoede, honger en uitzichtloosheid.


Sociale woningen in Marinaleda zijn door de bewoners zelf gebouwd met steun van de gemeente.
Foto > Piet den Blanken


Gordillo besefte direct dat mensen recht hebben op gezonde en lonende arbeid, net zoals het recht op een betaalbare woning en het recht op goed onderwijs- en gezondheidszorgvoorzieningen. In de omgeving van het dorp bevonden zich grote landerijen, die toebehoorden aan een aristocratische  en feodale familie, de hertog van Infantado. In de begintijd spoorde de burgemeester de bevolking aan om deze deels ongebruikte landerijen van de grootgrondbezitter te bezetten. Het leidde tot hongerstakingen en een jarenlange strijd die uiteindelijk succes had. In 1980 hield hij een hongerstaking met zevenhonderd andere dorpsmensen om de staat te dwingen toestemming te geven aan de armen om olijven te oogsten op een afgesloten naburig landgoed. In 1984 volgde een bezetting van een waterrijk gebied om irrigatie af te dwingen. Daarna volgde een blokkade van de vliegvelden Malaga en Sevilla en een mars op Madrid. Je zou bijna kunnen denken aan de geweldloze radicale protestacties van Gandhi in India. Pas in 1991 kwam het grote succes. Het regiobestuur van  Andalusië onderhandelde met de hertog en kocht uiteindelijk een 1200 ha grote stuk geïrrigeerde landbouwgrond en schonk deze aan de dorpscoöperatie “El Humoso” voor lokaal gebruik.  

Dat was het begin van de ommekeer. Iedere familie kon een persoon afvaardigen om  lid te worden van de coöperatie. Dat zijn er zo'n 2650 nu, die een vaste baan hebben. Er werden arbeidsintensieve gewassen gekozen en aangeplant zoals bonen, paprika’s, artisjokken, olijven etc. om zoveel mogelijk werk te creëren. Omdat verswaren maar tijdelijk houdbaar zijn, werd later ook een conservenfabriek opgezet om de groenten te verwerken in blikken en potglazen.  Daarnaast is er ook een olijfoliefabriekje gestart nadat een oliepers was aangeschaft. Nog steeds is het merendeel seizoensarbeid en biedt het niet iedereen een jaarlang werk, maar het beschikbare werk wordt wel “eerlijk” verdeeld. De coöperatieleden werken gemiddeld zo'n drie maanden per jaar. 
Als er geen werk is krijgen de coöperatie-arbeiders een werkeloosheidsuitkering vanuit een royaal sociaal vangnet.


Straatnaam in Marinaleda, andere straten heten Paz (Vrede), Mgr. Oscar Romero, Libertad (Vrijheid), Pablo Neruda, Igualdad (Gelijkheid), Salvador Allende, Union Obrera (Vakbond) en, natuurlijk, Ernesto Che Guevara. Foto Piet den Blanken

Alle medewerkers van de coöperatie krijgen maximaal hetzelfde salaris als de gemeenteraadsleden, namelijk 1200 Euro per maand. Tijdens de crisistijd vanaf 2012 is dat 1100 Euro geworden en 47 Euro per werkdag.  Dat lijkt niet veel maar daar staat tegenover dat het kostenplaatje in Marinaleda ook heel anders is:
- Voor 15 Euro per maand kan iemand een woning hebben.
- Fitness kost 2 Euro per maand/persoon ,
- een Seizoenskaart voor het openbare zwembad kost € 3/persoon
- Het kinderdagverblijf kost 12 Euro per maand inclusief de maaltijden voor het kind.
- sportfaciliteiten zijn gratis voor kinderen.        
 Daarnaast werd van de coöperatie-werknemers verwacht dat je regelmatig op zondagen gemeenschapswerk zou verrichten, zo'n 20 keer per jaar. Dat werden de "rode" zondagen genoemd.       

De opbrengsten van de coöperatie worden deels besteedt aan nieuwe projecten en de rest aan de gemeenschap. Dankzij de onteigening of neutralisering van de landbouwgrond zijn er geen financieringslasten of  kapitaalkosten. De opbrengsten na aftrek van arbeidskosten kunnen direct weer geïnvesteerd worden.
Het recht op een betaalbare woning wordt ook echt in praktijk gebracht. Iedereen die dat wil krijgt van de gemeente materialen en een plek toegewezen van zo'n 192 m2 per gezin en mag daar een woning zelf bouwen van zo'n 90 m2 volgens de aangegeven tekeningen, die maar € 15/maand “kost” en over honderd twintig jaar wordt terugbetaald. Voor het specialistische werk van een loodgieter of elektricien krijgt men een vakman toegewezen.
De woning mag echter niet verkocht worden en alleen doorgegeven worden aan de kinderen van de bewoners of anders terug aan de gemeenschap. Zij betalen ook geen hypotheek. 
Het stuk grond wordt door de gemeente aan de bewoners in bruikleen gegeven, men maakt verder ook gebruik van nationale bouwsubsidies. Dat is een vorm van neutralisering van kapitaalgoederen, die daardoor betaalbaar blijven. Het gebruikelijk privé-eigendom leidt op langere termijn alleen maar tot sterke prijsstijgingen zoals we overal om ons heen kunnen zien.

Dat men tevreden en gelukkig is in Marinaleda, blijkt wel uit het feit dat de gemeenschap zelf heeft besloten, geen politieagenten meer aan te stellen en het geld daarvoor anders te besteden. Er is ook vrijwel geen misdaad of criminaliteit. Dit utopisch experiment bewijst dat de opbrengst van de natuur en de landbouw voldoende welvaart genereert voor een hele gemeenschap, als de kapitaalverschaffers en de banken maar “buiten de deur” worden gehouden. Het solidaire, eerlijk delen principe werkt.
Gepensioneerden in het dagverblijf voor ouderen (hogar de ancianos) in Marinaleda. Foto > Piet den Blanken

Van de opbrengsten van de coöperatie en overheidsbijdragen is door de jaren heen een prachtig uitgebreid stadspark, een botanische tuin , een medisch centrum, een sportzaal , een speelplaats, een openbaar zwembad, een crèche, een ouderen dagverblijf, goede asfaltwegen en straatverlichting aangelegd. 
Het motto van de gemeente is: "Marinaleda, una utopia hacia la paz"= een utopie op weg naar de vrede !  
Het Vlaamse televisieprogramma "Reizen Waes" dat een aflevering maakte over Spanje besteedde ook aandacht aan dit dorp en de markante burgemeester. Toch serveerde Waes de ideeën af als onwenselijk, communistisch en niet van deze tijd. Een onterechte conclusie wat mij betreft.  

Deze ideeën zien we deels ook terugkomen in BD- landbouwproject Sekem in Egypte en in de Spaanse coöperatie Mondragon in Noord-Spanje.   Zie ook 
https://ekologischebiologischelandbouw.blogspot.com/2014/10/sekem-een-door-mensen-gemaakte-oase.html    en
https://solidaire-economie.blogspot.com/2013/12/mondragon-een-succesvolle.html
De levens- en arbeidsfilosofie van burgervader Gordillo lijkt ook op die van de Braziliaanse ondernemer Ricardo Semler. 
https://fontysduurzaam.blogspot.com/2013/02/een-nieuwe-visie-op-ondernemen-en-hrm.html
https://fontysduurzaam.blogspot.com/2013/09/een-radicaal-ander-personeelsbeleid.html

vrijdag 12 juni 2020

Duurzame, solidaire economie van “vitale” producten.



In vrij korte tijd hebben we in Nederland in 2019 en in 2020 te maken gekregen met onverwachtse gebeurtenissen die een grote impact bleken te hebben op de economie en samenleving.

Eerst was er de ontdekking van een miniscule chemische stof Pfas, waar bijna niemand nog van had gehoord, maar die toch bijna overal in de grond en het water bleek te zitten en kankerverwekkend was. De nieuwe maximum norm voor die gevaarlijke stof , die vrijkomt bij de productie van o.a. tefal, een anti-aanbaklaag in pannen en ook bestanddeel is van regenkleding en brandwerende vloerbedekking en stoffenbekleding, zorgde voor grote problemen bij vergunningen voor bestaande en nieuwbouwprojecten. Een eerste “plaag”, die een aanslag was op de economie.  
Producent Dupont is de belangrijkste producent hiervan en is ook al in de VS omstreden en veroordeeld voor deze stof GenX . Daarover is o.a. de film Dark Waters in 2020 gemaakt . 
Zie https://kinepolis.nl/films/dark-waters
Zie voor meer details over Pfas:  https://www.rivm.nl/pfas


Daarna ontstond er grote beroering over het stikstofbeleid van de Nederlandse regering, dat volgens de rechter en onafhankelijke experts onvoldoende ambitieus was om de afgesproken klimaatdoelen van Parijs te kunnen halen. Toen uit onderzoek bleek dat de intensieve landbouw daarbij de grootste “vervuiler” bleek te zijn, kwam de agrarische en veeteeltsector in opstand en bezetten tractoren het Malieveld in Den Haag en meerdere provinciehuizen. Met nieuwe maatregelen probeert de overheid nu varkens- en runderboeren te stimuleren vrijwillig hun bedrijf (en zeker aan de randen van kwetsbare natuurgebieden) op te laten kopen en dus te beëindigen. Dit was een tweede “plaag” , die de economie bijna dreigde lam te leggen.

De 3e grootste en meest ingrijpende “plaag” kwam van een onzichtbaar Coronavirus dat vanuit China overwaaide en wereldwijd heel veel slachtoffers maakte. Alle regeringen raakten zelf in paniek en gooiden in meer of mindere mate hele samenlevingen en economieën op slot en in een lockdown. Voor bijna drie maanden moest het onderwijs, de hele culturele -, de recreatie-, de horeca -  en de toerismesector dicht. Alleen “vitale” beroepen kregen voorrang en moesten vooral alle ondersteuning krijgen. Dat geldt natuurlijk voor artsen en verpleegkundigen en verzorgenden in het algemeen. Ook leerkrachten, docenten en opvoedkundig medewerkers moesten vooral doorgaan, maar digitaal. Chauffeurs van vrachtwagens die voor de voedseldistributie zorgen moesten doorgaan. Dat gold ook voor bedrijven, zoals Philips en anderen, die beademings- en ic-apparatuur kunnen leveren. In no time werden bedrijven omgevormd  om mondkapjes, ontsmettingsgel en beschermende plexiglasschermen te leveren.  Nu was de impact op economie verreweg het grootst en de overheid heeft veel geld beschikbaar moeten stellen om ZZP-ers zonder inkomen te steunen en medewerkers hun loon grotendeels te garanderen in horeca , culturele en bedrijfssectoren die zwaar getroffen werden.



De discussie over vitale beroepen is heel interessant omdat daarbij ook de vraag zich aandient of we deze sectoren financieel ook wel goed honoreren! Jarenlang was er de discussie over de relatief lage salarissen van politiemensen, brandweer, gezondheidszorg  en in het lager en middelbaar onderwijs. Nu blijkt hoe belangrijk zij zijn en eigenlijk meer zouden moeten verdienen.

Dezelfde soort afwegingen zou je ook kunnen maken voor producten. Opeens bleek wat van levensbelang was. Uiteraard alle primaire voedselproducten, maar ook zaken die te maken hebben met hygiëne want er was een run ontstaan op schoonmaakmiddelen en  toiletpapier.
Later kwamen we erachter dat mondkapjes en andere beschermingsmiddelen  meestal uit China moesten komen en wij als Nederland daar sterk afhankelijk van zijn. Dat rijst natuurlijk de vraag: “wat zijn vitale producten en moeten we die niet zelf produceren”?

Zoals het gezegde luidt: “Never waste a good crisis”, zou het een interessante denkoefening zijn om dit verder uit te werken.  Kunnen we onze economie opnieuw ontwikkelen vanuit totaal andere invalshoeken? Ja, natuurlijk , want “de economie is mensenwerk” en kan worden gestuurd door de overheid (communisme), het bedrijfsleven (liberalisme) of de markt van consumenten (socialisme).   

Geheel zelfvoorzienend willen zijn is in de moderne tijd bijna onmogelijk en inefficiënt. Toch kunnen burgers (en dus consumenten) wel samen bepalen wat zij van onschatbare waarde vinden en noodzakelijk en waarin we dus zelf moeten willen voorzien. Dat geldt zeker voor gezonde lucht , water, vruchtbare grond , energie en gezond en veilig voedsel. Als we het overlaten aan ondernemers en aandeelhouders  dan kan eigenbelang en te verwachte omzet en winst leiden tot hele andere keuzes die de belangen van burgers in gevaar brengen. Als we het overlaten aan de overheid krijgen we een staatsgeleide economie zoals in Rusland en China ooit is geprobeerd onder de noemer van communisme, die echter maar weinig succesvol was.

Voor een groot aantal producten moeten we dus naar een solidaire, duurzame  associatieve of overlegeconomie zoals voorgesteld door Rudolf Steiner al in het begin van 1919 en later ook uitgewerkt door twee wetenschappers onder de term participatieve economie (Parecon).
Natuurlijk geldt dat ook voor vitale diensten als gezondheidszorg, onderwijs, brandweer, politie en infrastructuur.


Behalve dat de productie in eigen regio/land en dus lokaal plaatsvindt, moet er ook bescherming worden geboden tegen ongewenste transacties van eigenaren en aandeelhouders. De productiemiddelen van deze bedrijven en goederen mogen niet in particuliere handen zijn, waardoor ze verhandeld en overgedragen kunnen worden. Het eigendom moet als het ware geneutraliseerd worden en onvervreemdbaar toebehoren aan een gemeenschap. 

Laten we dus meteen een begin maken met de meest vitale producten en dat is natuurlijk ons voedsel. We kunnen de suggestie opvolgen van onze minister van Landbouw Carola Schouten, die naar een kringlooplandbouw streeft, zoals dat al in de Biologische Dynamische landbouw wordt gepraktiseerd en gerealiseerd. Daarbij zijn trouwens de landbouwgronden overgedragen aan de Stichting BD-grondbeheer, zodat ze altijd beschikbaar blijven voor de voedselproductie.  Hierbij gaat het om kleinschalige gemengde veeteelt/landbouwbedrijven, die gezond zijn voor mens, dier, natuur en milieu!       https://ekologischebiologischelandbouw.blogspot.com/2018/09/kringlooplandbouw-heeft-de-toekomst.html